De afgelopen 30 jaar heeft klimaatverandering ervoor gezorgd dat de periode waarin aaltjes zich kunnen vermeerderen met een maand is verlengd. Dit betekent dat de winter nu twee weken later begint en het voorjaar twee weken eerder. Zodra de temperatuur boven de vijf graden komt, bijvoorbeeld voor het chitwoodi-aaltje, gaat het aaltje op zoek naar een waardplant om zich voort te planten. Die extra maand kan leiden tot een extra generatie aaltjes, die zich exponentieel vermeerderen in de bodem. Hierdoor kun je het jaar erop voor een onaangename verrassing komen te staan. 

Met de juiste keuze van groenbemesters kun je dit probleem voorkomen of juist de aaltjespopulatie stimuleren. In deze video legt Martijn van Overveld uit welke groenbemesters je kunt inzetten om aaltjes op de juiste manier te verminderen.

Een multiresistente bladrammenas, zoals Doublet, is resistent tegen het chitwoodi-aaltje en heeft een BCA1-status. Deze status betekent dat je 90% van je bietencysteaaltjes opruimt. Een kanttekening hierbij is dat bladrammenas juist een vermeerderaar is van pratylenchus penetrans, het wortellesieaaltje dat voornamelijk op lichtere gronden voorkomt.

Bestrijding van wortellesieaaltjes

Er zijn twee manieren om pratylenchus penetrans te bestrijden: met Japanse haver of met tagetes patula. Japanse haver zorgt voor een natuurlijke afname en kan laat in het seizoen worden gezaaid. Het is eenvoudig uit te voeren en heeft een hoge slagingskans. Tagetes patula moet vroeg worden gezaaid, bij voorkeur in juli, om de maximale aaltjesdoding te bereiken. Hiervoor is een vroegruimende teelt, zoals wintergerst, ideaal. Hoewel tagetes patula moeilijker te telen is dan Japanse haver, is het veel effectiever.

Biodiversiteit en aaltjesbeheersing

Wil je aaltjes beheersen en tegelijkertijd iets doen aan biodiversiteit? Dat kan met het mengsel Nemaredux. Dit mengsel bestaat uit de multiresistente Doublet bladrammenas tegen het chitwoodi-aaltje en het bietencysteaaltje, facelia (een bijenplant en tevens niet-waardplant voor genoemde aaltjes), en de Trio zwaardherik, die ook geen waardplant is voor deze aaltjes. Voor maximale aaltjesbeheersing kun je enkelvoudige bladrammenas zaaien. Wil je meer biodiversiteit, kies dan voor Nemaredux. Dit is een veilige keuze in bouwplannen met aardappelen en suikerbieten.

Slakkenbestrijding

Een ander onderwerp dat steeds meer aandacht vraagt, is slakkenbestrijding. De beste methode hiervoor is uitdrogen. Dit doe je door op warme zomerdagen de grond open te trekken met een cultivator. Daarna moet je laat in het jaar nog een goede groenbemester kunnen zaaien. Gele mosterd is hiervoor geschikt. De Brisant gele mosterd heeft namelijk een BCA1-status, waardoor je ook laat in het jaar maximaal aaltjes kunt beheersen nadat je eerder in het jaar slakken hebt bestreden.

Kortom, kijk altijd goed naar je bouwplan om te bepalen of aaltjes een probleem kunnen vormen en stem daar de keuze van je groenbemester op af. Wil je meer weten? Vraag het aan je teeltspecialist: