Hoe zit het ook alweer? Op alle percelen landbouwgrond op zand- en löss moet vanuit de mestwetgeving tussen 2023 en 2026 een rustgewas geteeld worden. Hier vind je een overzicht van de gewassen die je hiervoor kunt inzetten.
Naast afwegingen rond mechanisatie, arbeid, afzetmogelijkheden en teeltkosten is de stikstofgebruiksnorm een belangrijke factor in de rustgewaskeuze. De normen zijn krapper dan ooit, met in 2025 een verdere verlaging van 20% in NV-gebieden. Met deze rustgewassen heb je hier relatief de minste hinder van:
Kies je wintergraan als rustgewas, dan is wintergerst op zandgrond in het voordeel tegenover wintertarwe. Op zand en löss in NV-gebieden heeft wintergerst in 2025 112 kg N-ruimte bij een behoefte van 180 kg. Dit gat is een stuk kleiner dan bij wintertarwe, dat 128 kg N (zand) en 152 kg N (löss) ruimte krijgt bij een behoefte van 220 – 245 kg.
Voordelen van wintergerst zijn daarnaast:
De stikstofgebruiksruimte van winterkoolzaad is op zandgrond in NV-gebieden vergelijkbaar met die van wintertarwe. Echter is de N-behoefte van koolzaad lager en daarmee de oogstzekerheid groter. Daarbij heeft koolzaad in bouwplanverband een grote plus tegenover tarwe: het doorbreekt de opbouw van ritnaalden in de bodem.
Op percelen waar ook o.a. aardappelen, groenten zoals peen, suikerbieten of mais geteeld wordt is dit een hele grote plus. Granen en grassen zijn de meest aantrekkelijke waardplanten voor kniptorren, die hier eitjes afzetten waaruit de ritnaalden komen. Groeit er koolzaad op het perceel, dan slaat de ritnaald het perceel over.
Zo werkt dat:
Teel je na graan of koolzaad een niet-vlinderbloemige groenbemester die tot minimaal 1 februari blijft staan, dan levert dit extra N-ruimte van 40 kg N op zand en löss in NV-gebieden op. Zorg dat je de groenbemester goed afstemt op het belangrijkste teeltdoel en de volgteelt:
Je LG teeltspecialist denkt graag met je mee!
Neem contact op met jouw regionale specialist.
Neem een duik in onze kennisbank